Het probleem van jongeren; ben ik!

Ik ben het probleem

Het probleem van de jongeren is vooral een probleem van de ouderen. Zo wordt vandaag gezegd in allerlei analyses, maar wat moeten we daar mee? Er worden vaak alleen vragen gesteld en oplossingen zijn er niet.

Onlangs werd ik gewezen op Psalm 78. Ik vond het bijzonder om te zien dat Psalm 78 in feite precies hetzelfde zegt. We zien daar dat ouders niet op God vertrouwen en dat het voortdurend mis gaat. We zien God iedere keer ‘boos’ worden en toch redt hij iedere keer weer. Hoe komt dat? Ik kom er steeds meer achter dat ik zelf het probleem ben.

  • Ik moet leren meer op God te vertrouwen.
  • Ik faal voortdurend.
  • Ik probeer de schijn op te houden, want ik moet toch het goede voorbeeld geven.
  • Ik ben het probleem!

Maar hoe lossen we dat probleem op? Ik kan het niet en toch wil ik wat doen en ik moet toch ook wat doen, zo heb ik het geleerd. We kunnen jongeren toch niet aan hun lot over laten?

Veranderd hart

In psalm 78 zien we dit ook. Het volk gaat iedere keer weer in de fout en na de zoveelste ontrouw van het volk (65-66) en Gods straf erover is het alsof God nu pas echt goed wakker wordt, en er definitief een streep door zet: zo gaat het niet langer, dit moet echt anders! Maar wat is dat ‘anders?’

In vers 72 staat dat het volk heeft een herder nodig heeft met een zuiver hart. Daar zit mijn probleem, ik heb geen zuiver hart net als het volk in psalm 78. Hun hart was niet aan hem gehecht, zij waren zijn verbond niet trouw (37). De enige oplossing voor het probleem is een veranderd hart.

Mijn hart moet een woonplaats van Jezus Christus zijn. Anders is alles wat ik probeer over te dragen een leeg testament. Ik moet niet zomaar iets overbrengen, maar ik moet laten zien wat ik zelf geleerd en ervaren heb. Vertellen over mijn vertrouwen, twijfels en dat ik alles van Hem verwacht. Ik mag kwetsbaar zijn, volstrekt eerlijk (over mijn eigen zonde).

De weg

Oké, het zal zo wezen, maar in Psalm 78 lezen we toch ook van de grote daden van God? Waar zijn en worden in onze tijd de grote daden van God zichtbaar?

Dat is inderdaad niet direct duidelijk en dat zien we ook in Psalm 78. Het is niet iets wat op straat ligt. Het is verborgen (vers 2) en het is iedere keer weer nieuw.

Ik heb mijn eigen geschiedenis en deze mag ik doorgeven.

Al lezend in Psalm 78 lijkt het alsof er niks veranderd. Het lijkt een eindeloze herhaling van zetten. David zingt over de oplossing van een veranderd hart, maar het volk veranderde niet en hoe herkenbaar is dat niet voor ons. Hoe herkenbaar is dat niet voor mezelf. Ik kan van alles vertellen, maar het blijft iets mysteries. Het blijft ongrijpbaar.

Maar toch mag ik God vertrouwen, mag ik loslaten. Als ik dat niet doe, of denk dat ik God een handje moet helpen, dan gaat het fout.

Psalm 78 laat zien dat we een ‘herder met een zuiver hart’ nodig hebben. Jezus is deze herder, laten we onze kinderen en jongeren bij hem brengen.

Laat het ons diepste verlangen zijn dat Jezus onze kinderen en jongeren aanraakt. Want als dat gebeurt, dan gebeurd er wat!

Vertrouwen

Ja, maar we moeten het onze jongeren toch inprenten en Psalm 78 zegt toch ook dat we onze kinderen moeten richten naar Gods geboden?

Dat staat er inderdaad, maar hoe moet het worden ingeprent? In vers 7 staat vertrouwen voorop. Onze eerste voorwaarde is dus dat we zelf vertrouwen op God en dat doorgeven. Dat is iets wat ik niet zelf kan. Ik kan er alleen maar om bidden en ik kan het laten zien en er over vertellen.

Als God het dan geeft dan gaat mijn hart en dat van de jongeren veranderen en dan richten we ons, door zijn Geest, naar Gods geboden. We moeten onze jongeren geen droge regels of religie bijbrengen, maar we moeten ze leren om God te vertrouwen.

Mijn diepste probleem

Ik ben het probleem! Ik sta mezelf en jongeren vaak in de weg! Ik leef vaak religieus en breng vaak religie over dat is mijn grootste probleem. Ik zorg er vaak voor dat jongeren zich niet over kunnen geven aan Jezus. Niet dat dit is een bewuste keuze is van mij, maar het zit in mij om te vertrouwen op iets wat ik kan beet pakken en beheersen. Ik wil graag de controle houden. Ik moet wat doen, dus ga ik maar wat doen, maar als ik zo aan de slag ga, dan breng ik religie over.

Dat is de kern van iedere afgoderij en religie is daarin misschien wel de zwaarste omdat religie mij een schijnzekerheid geeft over ‘kind van God’ zijn.

Volledig op God vertrouwen dat kan ik niet en heeft zeker niet de voorkeur van mijn hart en dat geldt ook niet voor het hart van de jongeren die ik ontmoet en leidt.

Wat ik en de jongeren nodig hebben is de ongemakkelijke waarheid dat we:

  • ons aardse leven totaal moeten loslaten;
  • God volledig moeten vertrouwen;
  • en geen enkele schijnzekerheid meer koesteren of vasthouden.

Als jongeren dat zien, dan is dat een indringend getuigenis (zeker in onze maakbaarheidscultuur) en leidt dat onherroepelijk tot een diep appel. Dat appel zou God wel eens kunnen gebruiken om het hart van onze jongeren ook te overtuigen van die waarheid en hun leven diepgaand te transformeren.

Missie 3:18

Hoeven we dan niks meer te doen? Zeker wel. Laten we God vertrouwen. Laten we vooral bidden dat Gods Geest ons als levende voorbeelden gaat gebruiken door onze eigen levens totaal afhankelijk te maken van God. Dat jongeren in ons Jezus Christus zien. Dat in ons, door zijn Geest, zijn karaktertrekken zichtbaar worden.

Laten we stoppen met het overbrengen van regels. Ik wil wijze dingen zeggen en vertellen want het is een geheim. Wat ik weet dat heb ik van mijn ouders gehoord. Zij hebben het mij verteld en het laten zien. Ik laat het zien en vertel over de grote daden van de God, over zijn kracht en de wonderen die hij heeft gedaan in mijn leven.

Misschien is de oproep van Jos Douma voor een transformatie in het spoor van 2 Corinthiërs 3:18 geen gek idee! Sterker nog daar is de oplossing.

Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer zullen aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd.

Wij gelovigen, hebben geen sluier over ons gezicht. We zijn net spiegels, die het schitterende licht van God weerspiegelen. Terwijl zijn Geest in ons werkt, gaan wij steeds meer op Hem lijken.

Auteur: ankooussoren

Ik ben Anko Oussoren. Ik mag jongerenwerker zijn in 'de bron een kerk van hoop' in Hardinxveld-Giessendam. Daarnaast adviseer en begeleidt ik gemeenten op het gebied van jeugdwerk en missionair gemeente-zijn voor Kerkpunt. Ik zet mij graag in voor jongeren binnen en buiten de kerk. Ook werkt ik mee aan de website lerenindekerk.nl.

Plaats een reactie