De uitdaging van geloofsvorming

Ik heb het boek Faith formation in a secular age van Andrew Root gelezen. Wat is vandaag de dag de uitdaging voor geloofsvorming van jongeren? Tijdens het lezen merkte ik dat ik in een spiegel keek. Ik daag je uit om zelf ook in de spiegel te kijken en er met anderen over door te spreken.

Voor veel kerken is het jeugdwerk belangrijk, er wordt veel tijd en energie in gestoken. Als het jeugdwerk goed loopt en jongeren actief betrokken zijn, dan gaat daar een enorme aantrekkingskracht van uit. Kerken waar het jeugdwerk niet goed loopt, worden gezien als onaantrekkelijk. Zomaar klinkt er gemor; er moet iets gebeuren om de jeugd aan te spreken, we moeten ze vasthouden.
Het jeugdwerk kan dan gezien worden als ‘redder’ van de kerk. Soms wordt de oplossing gezocht in een betaalde (jeugd)werker. Nu kan een professioneel (jeugd)werker het jeugdwerk van de gemeente op een hoger plan brengen. Maar Andrew Root ziet hierin dat we in de kerk geobsedeerd zijn geraakt door jeugdigheid, net als in de rest van de westerse samenleving. Faith formation in a secular age is opgesplitst in twee delen. In het eerste deel beschrijft Root de historische context van de jeugdcultuur in onze samenleving en laat hij zien hoe deze de kerk heeft beïnvloed. Het tweede deel gaat over geloof en geloofsvorming.

Jong, fris en vitaal

De kerk is volgens Root ook de jeugdigheid gaan ‘verafgoden’. We willen jong, fris en vitaal zijn en blijven. Doordat we gericht zijn op jeugdigheid vergeten we zelfs de jongeren zélf te zien. We willen een aantrekkelijke kerk zijn voor jongeren; jongeren vasthouden en op een relevante manier kerk zijn. We denken dat als jongeren maar naar activiteiten blijven komen, het dan wel goed zal komen. Root benadrukt dat we dan meer vertrouwen op jeugdigheid dan op het werk van de Heilige Geest. Jongeren zijn niet de toekomst van de kerk, de toekomst van de kerk is Jezus Christus zelf! De schrijver vindt dat we in de kerk te vaak bezig zijn om jongeren vast te houden. We maken ons druk om jongeren, maar hij vindt dat we ons druk zouden moeten maken om het werk van de Heilige Geest. Root laat zien dat we in het Westen, ook in de kerk, vooral op zoek zijn naar wat cool, populair is en wat aansluit bij onze verlangens. Ik herken dat zoeken naar nieuwe coole middelen die ons helpen bij de geloofsvorming. Er is altijd behoefte aan hulpmiddelen en methodes om jongeren te activeren. Als er een nieuwe methode is die lijkt te werken, dan wordt er gretig gebruik van gemaakt. Als we insteken op jeugdigheid, hip en cool zijn, voeden we jongeren juist op om de cultuur van vandaag, waarin het draait om opwinding, te omarmen. Zo legitimeren we dat jongeren volop opgaan in de cultuur van vandaag. Als kerk moeten we ons niet laten leiden door wat cool en hip is. Voor mij was dit een eerste spiegel om in te kijken.

  • Wat herken jij van de verafgoding van de jeugdigheid?
  • Waar vertrouw je meer op, op jeugdigheid of het werk van de Heilige Geest?
  • Zoek jij ook steeds naar nieuwe hulpmiddelen en methodes om jongeren te activeren?

Moralistisch, therapeutisch deïsme

In de geloofsvorming geven we jongeren (onbedoeld) vooral mee dat ze een goed persoon moeten zijn die netjes leeft (moralistisch); dat religieus leven je helpt om je goed te voelen (therapeutisch), en dat geloven in God alleen iets is om je leven mee te versieren want God zelf doet niets in je leven (deïsme). Root benadrukt dat moralistisch, therapeutisch deïsme door de aderen van de meeste kerken stroomt; dat het een gezwel is dat we niet zomaar kunnen verwijderen. De geloofsvorming focust erop dat jongeren lid blijven van de kerk, in plaats van dat God daadwerkelijk aan het werk is in hun leven. Het grootste probleem is dat we meer vertrouwen op (nieuwe) didactische hulpmiddelen dan op het werk van de Heilige Geest.
Ik herken wat hij schrijft. Ook ik ben geseculariseerd, zo vaak fungeert God als decoratie van mijn leven. Iedere keer opnieuw moet ik de vragen stellen: wie is God voor mij, wie is Jezus voor mij en wil ik wel dat Hij betrokken is op mijn leven? Zo ja, dan moet ik toegeven dat ik niet het recht heb om mijn leven zelf vorm te geven en dat stuit iedere keer weer op weerstand. Root geeft aan dat dit voor veel mensen vandaag niet te begrijpen is, voor jongeren dus ook niet! Jezelf overgeven en dat wat je doet laten bepalen door God (een externe autoriteit) is ondenkbaar. Voor mij was dit de tweede spiegel.

  • Wat geef je jongeren (onbedoeld) mee in de geloofsvorming?
  • Hoeveel herken je van het moralistisch, therapeutisch deïsme in jouw leven?
  • Wil je echt dat God betrokken is op je leven?

Doodservaringen

Root zoekt naar geloofsvorming waarin God merkbaar aanwezig is. Een simpel antwoord geeft de schrijver niet, maar hij benadrukt dat we moeten beginnen bij hoe God betrokken is op het leven. Hoe ontmoeten we God zelf? Het grootste probleem is dat we dit zijn kwijtgeraakt in onze manier van geloofsvorming. We denken dat we weten wat geloven is. Door jongeren te laten instemmen met bepaalde waarheden en door ze vast te houden in de gemeenschap denken we dat ze (wel gaan) geloven, maar dan begrijpen we niet wat vandaag het probleem is.
In onze cultuur is weinig ruimte om te geloven in een God die betrokken is op ons leven. We leven in een samenleving waarin God ontkend wordt. Root stelt dan ook dat we niet alleen tegen jongeren kunnen zeggen: lees je bijbel, bid, geloof dit of dat. We zullen aandacht moeten schenken aan hun diepe verlangens. Jongeren verlangen naar een gelukkig en zinvol leven, maar ze proberen los van God hun leven tot een succes te maken. Dit lijkt vaak goed te gaan, maar er is veel gebrokenheid, pijn en ellende. Jongeren zijn vaak onzeker. Er is veel schaamte en angst. Jongeren leven zo met onvervulde verlangens en dit biedt mogelijkheden om geloof aannemelijk te maken. Root noemt dat ‘doodservaringen’, die kunnen de leugen blootleggen dat we God en elkaar niet nodig hebben. Wat zie jij als je in deze spiegel kijkt?

  • Hoe is God betrokken op jouw leven?
  • Wat betekent geloven voor jou?
  • Waar verlang jij ten diepste naar?

Christus ontmoeten

Maar hoe werkt dat dan? Root is vrij resoluut: we redden het niet door methoden of het verbeteren van programma’s en ook niet door aantrekkelijke activiteiten voor jongeren. Geen enkel proces van geloofsvorming kan twijfel wegnemen; nooit zullen al onze vragen worden opgelost, er zal altijd twijfel, angst, onzekerheid zijn. Volgens hem is er meer nodig dan een religieuze of spirituele ervaring, juist omdat we zomaar twijfelen aan wat we ervaren. Als ik Root goed begrijp, is het geloof volgens hem een geschenk van God dat je niet krijgt door toewijding, maar door het omarmen van je doodservaringen. Ons geloof is niet vitaal, levendig of robuust, het is altijd gebroken. We moeten erkennen dat we Jezus als redder nodig hebben.
De kern van geloven is dat we, in alle aanvechting en twijfel, in verbondenheid en eenheid met Jezus Christus mogen leven. Die eenheid kunnen we ervaren als we de doodservaringen die we meemaken, interpreteren (zien, voelen en uitleggen) vanuit kruis en opstanding. We mogen Christus ontmoeten als onze dienaar in al onze doodservaringen. Geloven is altijd persoonlijk, maar nooit alleen op onszelf gericht. De Geest wil ons leven transformeren zodat we anderen dienen in hun doodservaringen. Daarom is het belangrijk dat we verhalen met elkaar delen. We kunnen iets van Jezus’ aanwezigheid ervaren door naar elkaars doodservaringen te luisteren. Dit zou de kern moeten zijn van wat we doen in de kerk.

  • Ben je het eens met Root dat we het met programma’s en activiteiten niet redden?
  • Interpreteer je jouw doodservaringen vanuit kruis en opstanding?
  • Staat het delen van doodservaringen centraal in het jeugdwerk?

Kernhoudingen voor kerk-zijn

Root benoemt drie kernhoudingen die de kerk als een gave van God ontvangt.

Als eerste een houding van dankbaarheid. Als mens zijn we niet in staat om zelf iets van ons leven te maken. We vinden geen zekerheid in rationele overtuiging. We hebben allemaal onze doodservaringen. Maar wij worden met al onze gebreken, zorgen en problemen aanvaard, onvoorwaardelijk geliefd door Hem. Dat maakt ons dankbaar en we gaan Hem aanbidden. Gods liefde is het enige bewijs van zijn bestaan.
Vanuit een dankbare houding ontdekken we als tweede dat het leven een geschenk van God is. Je hoeft niet perfect te zijn, te presteren, alles op alles zetten om je talenten te ontwikkelen. God werkt door onze zwakheid heen. Je eigen talenten maken je zomaar individualistisch. God wil je gaven geven die je kunt uitdelen aan anderen.
Als we beseffen dat het leven een geschenk is waarin we gaven krijgen om uit te delen, dan hoeven we niet alles op alles te zetten om bijvoorbeeld jongeren vast te houden. Nee, we ontdekken dan dat de kerk een plek is waar we tot rust kunnen komen, juist in een cultuur waar dit zo ontzettend gemist wordt. De kerk is een plek waar we in alle rust het leven met elkaar delen, waarin ruimte is voor onze doodservaringen.

Deze kernhoudingen zijn vandaag cruciaal voor de geloofsvorming en bieden krachtig weerstand in onze geseculariseerde samenleving. Dat brengt ons bij de laatste spiegel.

  • Leef je vanuit dankbaarheid?
  • Zie je het leven als geschenk of ben je vooral met je talenten bezig?
  • Is de kerk een plek waar je tot rust kunt komen?

Om over na te denken

Faith formation in a secular age is geen eenvoudig boek. Root maakt het onderwerp niet praktisch, maar maakt duidelijk waarom geloofsvorming vandaag zo moeizaam gaat. Voor mezelf neem ik onderstaande punten mee in het nadenken over het jeugdwerk.

  • Wees niet geobsedeerd door jeugdigheid.
  • Realiseer je dat geloven in God in deze tijd niet gewoon is.
  • Probeer niet jongeren vast te houden.
  • Focus op de aanwezigheid van God in het leven van jongeren.
  • Creëer plekken waar jongeren iets van God kunnen ervaren.
  • Sluit aan bij de ‘doodservaringen’ van jongeren.
  • Zorg ervoor dat jong en oud doodservaringen delen.
  • Geloven betekent niet dat jongeren belijdenis doen en instemmen met waarheden, maar dat ze beseffen dat ze Jezus nodig hebben en in verbondenheid met Hem mogen leven.
  • Leer (jongeren) in de gebrokenheid te leven vanuit dankbaarheid.
  • Ontvang het leven als geschenk en geef dat door aan jongeren.
  • Deel in alle rust het leven met Christus en met jongeren.

Dit artikel is geschreven door Anko Oussoren en gepubliceerd in Dienst. Anko werkt als adviseur bij het Praktijkcentrum en is als actief in het jeugdwerk; hij wil jongeren verbinden aan Christus én zijn gemeente. Wil jij samen met andere jeugdleiders/werkers en of catecheten ook eens in de spiegel kijken. Neem gerust contact op.

Auteur: ankooussoren

Ik ben Anko Oussoren. Ik mag jongerenwerker zijn in 'de bron een kerk van hoop' in Hardinxveld-Giessendam. Daarnaast adviseer en begeleidt ik gemeenten op het gebied van jeugdwerk en missionair gemeente-zijn voor Kerkpunt. Ik zet mij graag in voor jongeren binnen en buiten de kerk. Ook werkt ik mee aan de website lerenindekerk.nl.

Plaats een reactie