Zorg voor vriendschap en vreugde

Jeugdwerk opnieuw doordenken

We maken ons zorgen om het jeugdwerk. Door de coronamaatregelen verloopt alles moeizaam. We willen dat onze jeugdwerkers jongeren motiveren en activeren. We zijn bang dat we na de coronacrisis niet meer gewoon kunnen starten. Herkenbare gedachten? Cruciaal is dat we ons afvragen waarom we jeugdwerk doen. En dat we beseffen dat we vreugdevol aanwezig mogen zijn in het leven van jongeren.

Al heel wat jaren mag ik meewerken aan het schrijven van de Jeugdtrends. Dit jaar draaiden de Jeugdtrends om de gevolgen van de coronamaatregelen. Naar voren kwam dat de impact van de coronacrisis op jongeren groot is. Gebrek aan structuur en contact kan voor jongeren desastreus zijn. Jongeren hebben minder mogelijkheden om elkaar te ontmoeten, terwijl dat in hun levensfase cruciaal is. Een gebrek aan onderling contact leidt tot een toename van angstklachten en somberheid. Jongeren zijn eenzamer dan ooit en daarnaast worstelen ze met gevoelens van verdeeldheid, teleurstelling en machteloosheid.

Blijf in verbinding met jongeren

Het is goed dat we ons daarbij realiseren dat wat je in je vormende jaren meemaakt, invloed heeft op de rest van je leven. Wat de impact op de lange termijn zal zijn van bijvoorbeeld online onderwijs, samenscholingsverbod en avondklok weten we niet. Het kan negatief uitpakken, maar het zou ook kunnen dat jongeren er juist weerbaarder van worden en later beter kunnen omgaan met teleurstellingen. In de Jeugdtrends wordt aangegeven dat het belangrijk is om er te zijn voor jongeren en met hen in contact te blijven. Blijf in verbinding met jongeren. Kom waar dat kan in kleine groepjes samen. Leg online contact en doe dat vooral op een ontspannen manier. De kern is dat het belangrijk is om jongeren hoop te geven, ze te ondersteunen en te helpen.

Terug naar normaal?

Maar hoe gaan we straks weer verder? Kunnen we gewoon teruggaan naar hoe het was? Ik denk dat we dat niet zonder meer moeten doen. De onzekerheid waarin we zitten, de manier waarop we met elkaar gemeente waren voor en tijdens de coronacrisis heeft mij gestimuleerd om te overdenken wat jeugdwerk ten diepste zou moeten zijn. In mijn eigen gemeente zijn we een traject gestart om alles opnieuw te doordenken. Er kwamen verschillende vragen naar boven: Wat is de kern van jeugdwerk? Waarom doen we jeugdwerk? Wat willen we bereiken? Wat is voor ouders de waarde van kerkelijk jeugdwerk? In hoeverre moet het jeugdwerk zich bezighouden met de ouders? Zomaar een aantal vragen die cruciaal zijn om met elkaar te bespreken. Ik daag je uit om dit ook te doen in je eigen gemeente.

Het jeugdwerk staat bij ouders niet bovenaan

In het zoeken naar antwoorden werd ik geïnspireerd door het boek The End of Youth Ministry van Andrew Root. Root neemt ons mee op een ontdekkingsreis waarin hij ouders interviewt en ­met jeugdwerkers, predikanten en jongeren spreekt. Het boek kwam net voor de coronacrisis uit. De titel bleek bijna profetisch. Veel jeugdwerk kwam stil te liggen. Natuurlijk was dit niet wat Root voor ogen had. Hij benadrukt dat het einde van jeugdwerk vooral het gevolg is van de prioriteiten die ouders hebben voor hun kinderen. Ouders zijn bezorgd over de toekomst van hun kinderen. Ze hebben het beste met hun kinderen voor en willen dat ze gelukkig zijn en in de toekomst een goed leven hebben. Ouders hebben een waslijst aan activiteiten die ze belangrijk vinden: schoolwerk, sport, muziekles, noem maar op. Maar het jeugdwerk van de kerk staat niet ­bovenaan. Jongeren moeten kunnen worden wat ze willen en ouders helpen hen om hun ‘ding’ te vinden zodat ze echt gelukkig worden. En ja, wat leren jongeren dan in het jeugdwerk? Daar leren ze geen vaardigheden die hen helpen om dit geluk te bereiken. De jeugdgroep wordt zelden gezien als het ‘ding’ van een kind. En ook niet als een plek om vaardigheden te verwerven voor een gelukkig leven. Jongeren zelf kijken er vaak net zo tegen aan. Vandaar de provocerende titel: Het einde van jeugdwerk.

Welke keuzes maak ik voor mijn kinderen?

Zingevingscrisis

Voor mij was deze observatie een confronterende spiegel. Herkenbaar als jeugdwerker, maar ook als ouder. Welke keuzes maak ik voor mijn kinderen? Root benadrukt dat de manier waarop veel ouders hun kinderen opvoeden niet de basis kan zijn voor het geluk van hun kinderen. Het is enorm kwetsbaar. Een ‘gelukkig leven’-mentaliteit is te zwak om de pijn te dragen waarmee kinderen en jongeren worden geconfronteerd. Hier raakt Root de tijd waarin we leven. Jongeren zijn opgegroeid met het idee dat ze vrij zijn. Dat er onbegrensde mogelijkheden zijn. Je kunt alles worden wat je maar wilt, als je maar je best doet. Volg je passie, je hart, want het is aan jou om iets van het leven te maken. In dit ideaalbeeld waren voor de coronacrisis al barsten gekomen, maar nu zijn dat enorme scheuren geworden. Juist deze barsten en scheuren verdienen een plek in het jeugdwerk. De echte crisis is niet de pandemie, maar een zingevingscrisis! Jongeren mag in het jeugdwerk gewezen worden op een bron die uitstijgt boven hun beperkingen en mogelijkheden. In het jeugdwerk kunnen jongeren gestimuleerd worden na te denken over het doel waar ze voor leven. Zodat ze ernaar gaan verlangen om een waardevol leven te leiden.

In plaats van gericht te zijn op geluk moeten we naar Christus kijken

Met vrienden op reis naar vreugde

Root daagt ons uit om na te denken over de vraag waar jeugdwerk goed voor is. Verschillende antwoorden komen in het boek naar voren. Theologisch kun je zeggen: God leren kennen, natuurlijk. Meer vanuit een sociaal gezichtspunt: een veilige plek waar ze vrienden kunnen ontmoeten. Weer anderen zullen benadrukken dat het belangrijk is dat jongeren goede beslissingen nemen en leren leven volgens Gods geboden. Of dat ze mentaal gevormd worden om goede mensen te zijn, waarbij jeugdwerkers identificatiefiguren zijn. Ik vond het bijzonder om te lezen dat Root vreugde en vriendschap benoemt. Het draait volgens hem namelijk niet om geluk. Het gaat om vreugde. Vreugde is: niet gericht zijn op onze omstandigheden, maar je identiteit vinden in Christus. In plaats van allereerst gericht te zijn op geluk moeten we naar Christus kijken. Hij kan onze pijn en angst dragen en ons vreugde geven. Vreugde ontstaat als in het jeugdwerk sterke en eerlijke vriendschappen ontstaan. Vrienden helpen bij het ontdekken van de persoonlijke identiteit van jongeren, maar vriendschap heb je ook nodig om samen leuke dingen te doen.

Kort gezegd: jeugdwerk gaat in wezen over vrienden en relaties op de reis naar vreugde. Ook hier raakt Root de tijd waarin we leven. Juist omdat vriendschappen door de coronacrisis onder druk zijn komen te staan en jongeren elkaar minder of niet hebben ontmoet in jeugdgroepen. De komende tijd is het dan ook belangrijk om te investeren in vriendschappen. Vriendschappen tussen jongeren onderling, maar ook met de jeugdwerkers zelf.

Hoe dan?

Er zijn jongeren met wie ik geen contact meer heb en dat doet pijn

Root is een meester in zijn culturele analyses, maar de praktische verwerking is altijd summier. Naast wat al is genoemd, blijft voor mij hangen dat jeugdwerk er niet alleen voor jongeren is en dat het cruciaal is dat ook ouders en ouderen er deel van uitmaken. Het is belangrijk dat na de coronacrisis het jeugdwerk geen aparte plek is die losstaat van het gemeenteleven als geheel. Jeugdwerk moet geïntegreerd zijn in de gemeenschap. Maar hoe doen we dat dan?

Net als Root ben ik summier in mijn praktische uitwerking. Ik worstel er namelijk zelf ook mee. Ik ervaar het als een zoektocht om aan te sluiten bij jongeren. Het afgelopen jaar heb ik van alles gedaan om in contact te blijven met en om betrokken te zijn bij jongeren. De online-avonden waren vaak moeizaam. Het voelde niet altijd fijn en ik wilde zoveel meer. Toch heb ik ervaren dat het belangrijk is om contact te houden en er vooral te zijn. En ja, dan komt het ook voor dat jongeren afhaken, zoals dat overigens ook al voor de coronacrisis het geval was. Er zijn jongeren met wie ik geen contact meer heb en dat doet pijn. Misschien mogen we daarin iets voelen van wat Jezus ook voelde toen duizenden mensen Hem verlieten en Hij aan zijn vrienden de vraag stelde: “Willen jullie soms ook weggaan?” (Joh. 6:67). Ook toen waren de mensen gericht op geluk en niet op de vreugde die God door pijn en lijden kan geven. Tegelijkertijd bleven Jezus’ vrienden Hem daar trouw.

Beschikbaar zijn

Om toch een richting te geven: ik gaf eerder aan dat we in mijn eigen gemeente met nieuwe ogen kijken naar het jeugdwerk. Hoe het eruit gaat zien, weet ik op het moment dat ik dit artikel schrijf nog niet. Wat ik wel weet, is dat ik net als Root gesprekken voer met jeugdwerkers, jongeren en predikanten. Het zijn boeiende en inspirerende gesprekken. En mijn eerste gedachte vanuit die gesprekken is dat we minder in het oplossen van problemen moeten denken. Iets wat Samuel Wells ook benadrukt in zijn boek Een Nazaret-manifest. Het jeugdwerk en jongeren worden zomaar als een probleem gezien waar we iets aan moeten doen. Maar we moeten niet zomaar iets doen voor jongeren. Wat we vooral kunnen doen, is aanwezig zijn. Dat betekent beschikbaar zijn op allerlei niveaus: fysiek, geestelijk, praktisch en emotioneel. Als je beschikbaar bent, dan zie je de ander als een persoon in wiens aanwezigheid je wilt zijn. Het is een mogelijkheid om vriendschap vorm te geven. Wees alert en geef gericht aandacht. Ook online. Zomaar ben je met andere dingen bezig. Als we op de weg gaan van ‘zijn met’ in plaats van ‘zijn voor’, moeten we dat doen in vertrouwen op God.

Mijn aanwezigheid als christen is waardevol in zichzelf

Persoonlijk ligt hier voor mij de belangrijkste ervaring van de coronacrisis. Mijn aanwezigheid als christen, of dat nu in het jeugdwerk is of op andere plekken, is waardevol in zichzelf. Door jongeren op te zoeken. Door in hun aanwezigheid te zijn, iets van onvoorwaardelijke liefde en van Gods genade te laten zien. Door hun aandacht te geven, met hen in gesprek te zijn, plezier te hebben, of door biddend aanwezig te zijn. Zo kan ik betekenisvolle relaties aangaan.

Dit artikel is gepubliceerd in blad Dienst.

Auteur: ankooussoren

Ik ben Anko Oussoren. Ik mag jongerenwerker zijn in 'de bron een kerk van hoop' in Hardinxveld-Giessendam. Daarnaast adviseer en begeleidt ik gemeenten op het gebied van jeugdwerk en missionair gemeente-zijn voor Kerkpunt. Ik zet mij graag in voor jongeren binnen en buiten de kerk. Ook werkt ik mee aan de website lerenindekerk.nl.

Plaats een reactie